Op 1 september 2023 treedt boek XIX WER, getiteld “Schulden van de consument”, in werking . Vanaf 1 december is het ook van toepassing op schulden die voortkomen uit reeds voor de inwerkingtreding gesloten overeenkomsten, voor zover deze schulden na de inwerkingtreding zijn ontstaan. In een eerdere publicatie wezen we er al op dat een VME in het kader van dit boek noch onderneming, noch consument is. Voor de VME is deze wet dus niet van toepassing. Hiermee is echter nog niets gezegd over de vastgoedprofessional zelf. Welke gevolgen heeft deze wet voor jou als vastgoedprofessional?
Toepassingsgebied van de wet
Het toepassingsgebied is wat door een wet wordt geregeld. In geval van voorliggende tekst is dit twee zaken, namelijk de “minnelijke invordering van schulden” en de “activiteit van minnelijke invordering van schulden”. Voor beiden gelden afzonderlijke regels.
De definitie van “minnelijke invordering van schulden” luidt:
” iedere handeling of praktijk van een onderneming die tot doel heeft de consument ertoe aan te zetten een onbetaalde schuld te betalen, met uitzondering van iedere invordering op grond van een uitvoerbare titel”
De minnelijke invordering heeft dus betrekking op onbetaalde schulden van een consument bij een onderneming.
Onbetaalde schulden betekent een betalingsachterstand. Deze wetgeving is dus niet van toepassing op het gewone factureren van uw ereloon aan je klant. Ze is dat wel wanneer je klant die een consument is vervolgens de factuur niet betaalt en je verdere handelingen ter invordering stelt.
Consument heeft de klassieke betekenis van een natuurlijk persoon die handelt voor doeleinden die buiten handels-, bedrijfs- of beroepsdoeleinden. Ook wanneer je tegenpartij een professional is val je dus buiten het toepassingsgebied van de nieuwe regels. Dit is eveneens het geval wanneer je tegenpartij een rechtspersoon is, zoals een VZW, een stichting, een VME of een overheid.
Onderneming als laatste heeft de betekenis van iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft. Als vastgoedprofessional ben je uiteraard een onderneming.
Daarnaast regelt de nieuwe wet ook de activiteit van minnelijke invordering van schulden. Deze regels richten zich op ondernemingen die als hoofd- of nevenactiviteit onbetaalde schulden aan derden invorderen. Wie slechts incidenteel een partij bijstaat in het innen van een onbetaalde schuld valt echter buiten het toepassingsgebied van deze regelgeving.
Minnelijke invordering van schulden
Wanneer je klant een particulier is en je als makelaar of als rentmeester met onbetaalde facturen geconfronteerd wordt, dan zal je, wanneer je de achterstallige betaling wenst in te vorderen, de regels omtrent minnelijke invordering van schulden moeten volgen.
De vereisten voor de minnelijke invordering van schuld houden vooreerst in dat bij wanbetaling geen andere sommen van de consument kunnen gevorderd worden dan verwijlinteresten ten belope van maximum de wettelijke interest vermeerderd met acht procentpunten, en/of een forfaitaire vergoeding ten belope van:
- 20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk aan 150 euro is;
- 30 euro vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro is; en
- 65 euro vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro met een maximum van 2000 euro als het verschuldigde saldo hoger dan 500 euro is.
Vooraleer deze vergoedingen kunnen gevorderd worden, moet de consument op een duurzame drager in gebreke worden gesteld en een termijn worden gegeven van 14 dagen. Deze termijn vangt aan op de derde werkdag na verzending. Indien de ingebrekestelling elektronisch wordt verzonden vangt de termijn echter aan op de kalenderdag na verzending.
Hoe dan ook moet deze ingebrekestelling de volgende vermeldingen bevatten:
- het verschuldigde saldo en het bedrag van het schadebeding dat zal worden geëist bij niet-betaling binnen de termijn van veertien kalenderdagen;
- je naam of de benaming, en je ondernemingsnummer;
- een beschrijving van de dienst die de schuld heeft doen ontstaan, alsook de datum van opeisbaarheid van deze schuld; en
- de termijn van 14 dagen, waarbinnen de schuld moet terugbetaald worden vooraleer enige kost, interesten of vergoedingen mogen worden gevorderd.
Voor deze eerste ingebrekestelling mogen geen kosten worden aangerekend. Voor verdere herinneringen bedragen de aanrekenbare kosten maximaal 7,50 EUR.
Heeft de klant de schuld niet betaald binnen de genoemde termijn van 14 dagen, dan kan je indien je een KMO bent de genoemde interesten aanrekenen vanaf de dag na verzending van de ingebrekestelling. Ben je geen KMO, dan lopen de interesten vanaf het aflopen van de termijn.
In ieder geval moet je de particuliere klant wanneer hij hier om vraagt onmiddellijk alle bewijsstukken bezorgen van de schuld, alsook informatie omtrent hoe hij de schuld kan betwisten.
De syndicus
Een apart verhaal is de syndicus. Die vordert voor zichzelf betalingen van de VME, en voor de VME betalingen van de mede-eigenaars.
Wanneer je als syndicus de betaling van je ereloon vordert is je tegenpartij de VME. Deze is geen consument. Bijgevolg is voorliggende wetgeving hierop niet van toepassing.
Wanneer je als syndicus de betaling vordert van de mede-eigenaars daarentegen handel je niet in eigen naam, maar als orgaan van de VME. Juridisch ben je het dan niet die handelt tegenover de mede-eigenaar, maar de VME. De VME is geen consument, maar evenmin een onderneming in de zin van voorliggende wetgeving. Om als onderneming te gelden moet een entiteit immers op duurzame wijze een economisch doel nastreven. Dit betekent concreet het aanbieden van goederen en diensten op de markt. Dit is niet wat de VME doet. Gezien het doelgebonden karakter van haar vermogen mag zij dit zelfs niet doen. Ook in dit geval is voorliggende wetgeving dus niet van toepassing.
Conclusie
Wanneer een particuliere klant een betalingsachterstand opbouwt zal je voortaan met deze nieuwe wetgeving rekening moeten houden. Concreet heeft dit in hoofdzaak gevolgen op hoe je rappelleert en welke interesten je kan vorderen.
Wanneer je optreedt als syndicus valt je activiteit buiten het kader van deze wetgeving.
Bron: CIB